Zuurtegraad van een oplossing

= een maat om aan te geven of een oplossing zuur, neutraal of basisch is.

• hoe zuurder de oplossing → hoger c (H⁺) → hoe hoger zuurtegraad

• hoe basischer de oplossing → lager c (H⁺) → hoe lager zuurtegraad

0-14

• n (H⁺) = n (OH⁻)

• c (H⁺) = c (OH⁻)

• pH = 7

• n (H⁺) > n (OH⁻)

• c (H⁺) > c (OH⁻)

• pH > 7

• n (H⁺) < n (OH⁻)

• c (H⁺) < c (OH⁻)

• pH < 7

• organische kleurstof

• kleur ~ pH van de oplossing

• omslaggebied: pH-gebied waarin de kleurverandering optreedt

• voor elke indicator anders

• niet nauwkeurig pH-waarde

• Mengsel verschillende zuur-base-indicatoren

• nauwkeuriger de pH- bepalen

• meest nauwkeurig via pH-meter

= houdt de pH binnen bepaalde grenzen. De pH verandert weinig tot niet na toevoeging van kleine hoeveelheden base of zuren

• nodig voor bepaalde processen ( chemische en biologische)

  vb. bloed tussen 7.35-7.45 pH