muziek examen stof

studied byStudied by 4 people
5.0(1)
get a hint
hint

break

1 / 72

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

73 Terms

1

break

de band valt stil. een break wordt vaak opgevuld met een solo van een instrument

New cards
2

fill

onderbreking van de groove met een ander ritme

New cards
3

ritmische ostinaat

het steeds herhalen van een ritme

New cards
4

ostinato

het steeds herhalen van een ritme of melodie

New cards
5

swing

swing heeft te maken met timing en feel. de eerste 8ste is wat langer dan de tweede 8de. het ritme gaat daardoor swingen

New cards
6

syncope

een noot start voor de tel. daardoor klinkt het maataccent niet op de tel maar eerder. deze accentsverschuiving zorgt ervoor dat het ritme verassend blijf of gaat swingen

New cards
7

verbindingsboog

maak van twee noten één langere noot. je ziet twee noten staan maar je speelt er maar één.

New cards
8

triool

drie achtste noten in de tijd van een kwartnoot in plaats van twee achtste noten in de tijd van een kwartnoot

New cards
9

beat

beklemtoond maatdeel van de tel

New cards
10

afterbeat

benadrukken van onbeklemtoonde maatdelen. de 2e of 4e tel

New cards
11

maatsoort

geeft het aantal tellen per maat aan.

New cards
12

tweedelige maat

deze maatsoorten hebben 2 of 4 tellen in de maat. de 2/4 maat, de 4/4 maat en de 6/8 maat zijn hier voorbeelden van

New cards
13

driedelige maat

deze maatsoorten hebben 3 tellen in de maat. een ¾ maat en de 3/8 maat zijn hier voorbeelden van.

New cards
14

maatstreep

een verticale streep (van bovenste tot onderste lijntje van de notenbalk) aan het einde van een maat.

New cards
15

maatwisseling

tijdens een muziekstuk wisselen van maatsoort

New cards
16

opmaat

een onvolledige maat aan het begin van een muziekstuk

New cards
17

adiago

langzaam

New cards
18

andante

rustig, wandeltempo (klassiek)

New cards
19

allegro

snel (klassiek)

New cards
20

slow

langzaam (pop)

New cards
21

medium

rustig, wandeltempo (pop)

New cards
22

uptempo

snel (pop)

New cards
23

accelerando

versnellen

New cards
24

ritenuto

vertragen

New cards
25

g-sleutel

teken dat aangeeft waar de G op de notenbalk staat

New cards
26

herstellingsteken

teken dat een mol of kruis ongedaan maakt

New cards
27

kruis

verhoogt een noot met een halve toon

New cards
28

mol

verlaagd een noot met een halve toon

New cards
29

crescendo

steeds harder gaan zingen of spelen <

New cards
30

decrescendo

steeds zachter gaan zingen of spelen >

New cards
31

fade out

het volume vermindert langzamerhand

New cards
32

overgangsdynamiek

geleidelijke dynamische overgangen

New cards
33

terrassendynamiek

vorm van dynamiek waarin hard en zacht elkaar plotseling afwisselt (in blokken). echodynamiek

New cards
34

meerstemmig

er klinken twee of meer melodieën samen

New cards
35

tweestemmig

meerstemmigheid met twee verschillende stemmen

New cards
36

eenstemmig

alle zangers zingen dezelfde melodie. alle instrumenten spelen dezelfde melodie

New cards
37

akkoord

een groep van 3 of meer tonen die tegelijk worden gespeeld. bijvoorbeeld c-e-g C akkoord

New cards
38

gebroken akkoord

de tonen van een akkoord worden los van elkaar gespeeld

New cards
39

akkoordenschema

bepaalde volgorde van akkoorden

New cards
40

homofonie

meerstemmigheid waarbij de verschillende partijen tegelijkertijd in hetzelfde ritme gelijk zingen of spelen

New cards
41

polyfonie

meerstemmigheid waarbij de verschillende melodieën een belangrijk zijn. het ritme van de melodieën loopt niet gelijk.

New cards
42

unisono

partijen zingen of spelen dezelfde melodie, soms met een octaaf verschil

New cards
43

legato

tonen worden lang en gebonden gespeeld. er staat dan een verbindingsboog over de noten.

New cards
44

staccato

tonen worden kort en los van elkaar gespeeld. er staan dan puntjes onder de noten

New cards
45

tokkelen (gitaar)

met je vingers een snaar tokkelen

New cards
46

glissando

glijden tussen twee noten

New cards
47

pizzicato/strijken (strijkinstrumenten)

de snaren van een snaarinstrument worden geplukt/getokkeld

New cards
48

scratchen

het met de hand ritmisch heen en weer bewegen van een vinylplaat waardoor een krassen geluid ontstaat

New cards
49

slappen (basgitaar)

slaan op de snaren van een basgitaar

New cards
50

a capella

zingen zonder begeleiding van instrumenten

New cards
51

akoestisch

spelen zonder elektrische versterking

New cards
52

elektronisch

muziek die door apparatuur wordt geproduceerd

New cards
53

tutti

met iedereen

New cards
54

solo

alleen of een solomoment met begeleiding

New cards
55

partituur

bladmuziek waarin alle partijen van een muziekstuk onder elkaar staan

New cards
56

motief

een klein, herkenbaar stukje melodie of ritme, kenmerkend voor het stuk

New cards
57

riff

muzikale frase, wordt herhaald tijdens de hele song en geeft er een eigen karakter aan

New cards
58

thema

een herkenbare muzikale zin (meestal een melodie) die als uitgangspunt voor een compositie dient

New cards
59

voorzin

het eerste gedeelde van een muzikale zin

New cards
60

nazin

het tweede gedeelte van een muzikale zin

New cards
61

improvisatie

het ter plekke verzinnen van een melodie of ritme

New cards
62

variatie

een herhaling die een klein beetje anders is

New cards
63

canon

alle partijen zetten dezelfde melodie of hetzelfde thema na elkaar in. meestal op dezelfde toonhoogte

New cards
64

parallelle beweging

evenwijdig. in muziek kunnen melodieën of akkoorden parallel zijn: de één stijgt dan stijgt de andere ook, hetzelfde bij dalen

New cards
65

imitatie

een compositietechniek waarbij de ene stem de andere nadoet; ze lijken op elkaar

New cards
66

tegenbeweging

een tegengestelde beweging. in muziek kunnen melodieën of akkoorden in tegenbeweging gaan: als de één stijgt dan daalt de ander, en andersom

New cards
67

bridge

tussenstuk in een popsong dat muzikaal en tekstueel afwijkt van refrein en couplet

New cards
68

couplet/verse

een couplet komt vaker terug in een popsong, maar met verschillende tekst en melodie kan iets afwijken

New cards
69

intro/inleiding

het begin van een muziekstuk. tijdens het intro wordt meestal niet gezongen

New cards
70

coda

het einde van een muziekstuk. letterlijk: staartje

New cards
71

refrein/chorus

een refrein komt vaker terug in een popsong, met dezelfde melodie en tekst

New cards
72

tusenspel

onderdeel van een lied, zonder tekst, meestal tussen een refrein en een volgend couplet

New cards
73

vormschema

een schema waarin je meestal letters (en eventueel accenten) de vorm van een muziekstuk weergeeft

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 18 people
Updated ... ago
4.0 Stars(4)
note Note
studied byStudied by 15900 people
Updated ... ago
4.6 Stars(38)
note Note
studied byStudied by 55 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 40 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 189 people
Updated ... ago
4.7 Stars(15)
note Note
studied byStudied by 5 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 2 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 19 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard72 terms
studied byStudied by 25 people
Updated ... ago
4.0 Stars(1)
flashcards Flashcard265 terms
studied byStudied by 9 people
Updated ... ago
5.0 Stars(3)
flashcards Flashcard98 terms
studied byStudied by 18 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard95 terms
studied byStudied by 6 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard117 terms
studied byStudied by 5 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard105 terms
studied byStudied by 27 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
flashcards Flashcard364 terms
studied byStudied by 26 people
Updated ... ago
5.0 Stars(3)
flashcards Flashcard33 terms
studied byStudied by 16 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)