Looks like no one added any tags here yet for you.
break
de band valt stil. een break wordt vaak opgevuld met een solo van een instrument
fill
onderbreking van de groove met een ander ritme
ritmische ostinaat
het steeds herhalen van een ritme
ostinato
het steeds herhalen van een ritme of melodie
swing
swing heeft te maken met timing en feel. de eerste 8ste is wat langer dan de tweede 8de. het ritme gaat daardoor swingen
syncope
een noot start voor de tel. daardoor klinkt het maataccent niet op de tel maar eerder. deze accentsverschuiving zorgt ervoor dat het ritme verassend blijf of gaat swingen
verbindingsboog
maak van twee noten één langere noot. je ziet twee noten staan maar je speelt er maar één.
triool
drie achtste noten in de tijd van een kwartnoot in plaats van twee achtste noten in de tijd van een kwartnoot
beat
beklemtoond maatdeel van de tel
afterbeat
benadrukken van onbeklemtoonde maatdelen. de 2e of 4e tel
maatsoort
geeft het aantal tellen per maat aan.
tweedelige maat
deze maatsoorten hebben 2 of 4 tellen in de maat. de 2/4 maat, de 4/4 maat en de 6/8 maat zijn hier voorbeelden van
driedelige maat
deze maatsoorten hebben 3 tellen in de maat. een ¾ maat en de 3/8 maat zijn hier voorbeelden van.
maatstreep
een verticale streep (van bovenste tot onderste lijntje van de notenbalk) aan het einde van een maat.
maatwisseling
tijdens een muziekstuk wisselen van maatsoort
opmaat
een onvolledige maat aan het begin van een muziekstuk
adiago
langzaam
andante
rustig, wandeltempo (klassiek)
allegro
snel (klassiek)
slow
langzaam (pop)
medium
rustig, wandeltempo (pop)
uptempo
snel (pop)
accelerando
versnellen
ritenuto
vertragen
g-sleutel
teken dat aangeeft waar de G op de notenbalk staat
herstellingsteken
teken dat een mol of kruis ongedaan maakt
kruis
verhoogt een noot met een halve toon
mol
verlaagd een noot met een halve toon
crescendo
steeds harder gaan zingen of spelen <
decrescendo
steeds zachter gaan zingen of spelen >
fade out
het volume vermindert langzamerhand
overgangsdynamiek
geleidelijke dynamische overgangen
terrassendynamiek
vorm van dynamiek waarin hard en zacht elkaar plotseling afwisselt (in blokken). echodynamiek
meerstemmig
er klinken twee of meer melodieën samen
tweestemmig
meerstemmigheid met twee verschillende stemmen
eenstemmig
alle zangers zingen dezelfde melodie. alle instrumenten spelen dezelfde melodie
akkoord
een groep van 3 of meer tonen die tegelijk worden gespeeld. bijvoorbeeld c-e-g C akkoord
gebroken akkoord
de tonen van een akkoord worden los van elkaar gespeeld
akkoordenschema
bepaalde volgorde van akkoorden
homofonie
meerstemmigheid waarbij de verschillende partijen tegelijkertijd in hetzelfde ritme gelijk zingen of spelen
polyfonie
meerstemmigheid waarbij de verschillende melodieën een belangrijk zijn. het ritme van de melodieën loopt niet gelijk.
unisono
partijen zingen of spelen dezelfde melodie, soms met een octaaf verschil
legato
tonen worden lang en gebonden gespeeld. er staat dan een verbindingsboog over de noten.
staccato
tonen worden kort en los van elkaar gespeeld. er staan dan puntjes onder de noten
tokkelen (gitaar)
met je vingers een snaar tokkelen
glissando
glijden tussen twee noten
pizzicato/strijken (strijkinstrumenten)
de snaren van een snaarinstrument worden geplukt/getokkeld
scratchen
het met de hand ritmisch heen en weer bewegen van een vinylplaat waardoor een krassen geluid ontstaat
slappen (basgitaar)
slaan op de snaren van een basgitaar
a capella
zingen zonder begeleiding van instrumenten
akoestisch
spelen zonder elektrische versterking
elektronisch
muziek die door apparatuur wordt geproduceerd
tutti
met iedereen
solo
alleen of een solomoment met begeleiding
partituur
bladmuziek waarin alle partijen van een muziekstuk onder elkaar staan
motief
een klein, herkenbaar stukje melodie of ritme, kenmerkend voor het stuk
riff
muzikale frase, wordt herhaald tijdens de hele song en geeft er een eigen karakter aan
thema
een herkenbare muzikale zin (meestal een melodie) die als uitgangspunt voor een compositie dient
voorzin
het eerste gedeelde van een muzikale zin
nazin
het tweede gedeelte van een muzikale zin
improvisatie
het ter plekke verzinnen van een melodie of ritme
variatie
een herhaling die een klein beetje anders is
canon
alle partijen zetten dezelfde melodie of hetzelfde thema na elkaar in. meestal op dezelfde toonhoogte
parallelle beweging
evenwijdig. in muziek kunnen melodieën of akkoorden parallel zijn: de één stijgt dan stijgt de andere ook, hetzelfde bij dalen
imitatie
een compositietechniek waarbij de ene stem de andere nadoet; ze lijken op elkaar
tegenbeweging
een tegengestelde beweging. in muziek kunnen melodieën of akkoorden in tegenbeweging gaan: als de één stijgt dan daalt de ander, en andersom
bridge
tussenstuk in een popsong dat muzikaal en tekstueel afwijkt van refrein en couplet
couplet/verse
een couplet komt vaker terug in een popsong, maar met verschillende tekst en melodie kan iets afwijken
intro/inleiding
het begin van een muziekstuk. tijdens het intro wordt meestal niet gezongen
coda
het einde van een muziekstuk. letterlijk: staartje
refrein/chorus
een refrein komt vaker terug in een popsong, met dezelfde melodie en tekst
tusenspel
onderdeel van een lied, zonder tekst, meestal tussen een refrein en een volgend couplet
vormschema
een schema waarin je meestal letters (en eventueel accenten) de vorm van een muziekstuk weergeeft