Studied by 37 peopleTags & Description
das Arbeitsbuch
het werkboek
die Tafel
het bord
der Lehrer, die Lehrerin
de leraar, de lerarin
der Schüler, die Schülerin
de leerling, de leerlinge
die Schüler
de leerlingen
das Blatt
het blad
das Heft
het schrift
der Ordner
de map
der Laptop
de laptop
der Kugelschreiber, der Kuli
de balpen
der Vorname
de voornaam
der Nachname
de achternaam
das Lichtbild, das Foto
de foto
die PLZ, Postleitzahl
de postcode
die Straße
de straat
die Staatsangehörigkeit
de nationaliteit
der Geburtsort
de geboorteplaats
die Unterschrift
de handtekening
der Ort
de plaats
die Nummer
het nummer
das Logo
het logo
der Name
de naam
die E-Mail-Adresse
het e-mail adres
die Handynummer
het gsm-nummer
die Nummer
het nummer
das Alter
de leeftijd
das Fragewort
het vraagwoord
das Geschlecht
het geslacht
begrüßen
begroeten
heißen
heten
kommen
komen
liegen
liggen
sein
zijn
sich verabschieden
afscheid nemen
sich vorstellen
zich voorstellen
wohnen
wonen
alt
oud
in der Nähe
in de buurt
männlich
mannelijk
weiblich
vrouwelijk
weit
ver
Auf Wiedersehen!
tot ziens!
Bis morgen!
tot morgen!
Gute Nacht!
slaapwel
Guten Abend!
goedenavond!
Guten Morgen!
goedemorgen!
Guten Tag!
goeiedag!
Tschüss!
tot ziens!
wer
wie
wie
hoe
wo
waar
woher
waarvandaan
die Adresse
adres
die Zahl
getal
kosten
kosten
billig
goedkoop
teuer
duur
günstig
goedkoop
preiswert
voordelig
nur
slechts, maar
was
wat
der Bäcker
bakker
der Beruf
beroep
der Verkäufer
verkoper
die Arbeit
werk
die Ingenieurin
ingenieur (vr.)
die Metzgerin
slager (vr)
die Technikerin
technieker (vr)
die Visitenkarte
visitekaartje
arbeiten bei
werken bij
haben
hebben
kennenlernen
leren kennen
los sein
aan de hand zijn
sich (nicht) wohl fühlen
zich (niet) goed voelen
trinken
drinken
ausgezeichnet
uitstekend
beruflich
beroepshalve
Freut mich, Sie kennenzulernen.
Aangename kennismaking!
gut
goed
schlecht
slecht
leider
helaas
so lala
zus en zo
ziemlich
tamelijk, nogal
Note
Flashcard