Studied by 374 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
casser un arrêt
een arrest vernietigen
arrêter
aanhouden, arresteren
assesseur
assessor, bijzitter (persoon die de rechter bijzit)
pour atteinte aux bonnes mœurs
voor zedenfeiten
une atteinte à l'intégrité physique
inbreuk op de fysieke integriteit
un braqueur
een overvaller
le pourvoi en cassation
het cassatieberoep, de voorziening
coupable
schudig
les autorités judiciaires
de gerechtelijke instanties
les frais de justice
de gerechtskosten
remettre en liberté
invrijheidstellen
prononcer une peine
een straf uitspreken
une accusation
een beschuldiging
un accusé
een beschuldigde
une affaire
een zaak
infliger une amande
een boete opleggen
un appel
een beroep
faire appel
in beroep gaan
interjeter appel
in beroep gaan
la juridiction d'appel
de rechtbank in hoger beroep
une arme
een wapen
l'arme du crime
het moordwapen
un assassin
moordenaar
un assassinat
een moord
commetre un assassinat
een moord plegen
un aveu
bekentenis
un butin
een buit
un cambriolage
een inbraak
un cambrioleur
inbreker
une cassation
cassatie
se pouvoir en cassation
in cassatie gaan
le chambre du conseil
de raadkamer
criminaliser
een wanbedrijf omzetten in een misdaad
prendre en otage
gijzelen
la présomption de bonne foi
het vermoeden van goeder trouw
un tribunal
een rechtbank
la police judiciaire
de gerechtelijke politie
(verbe) accuser
beschuldigen
une affaire judiciaire
een rechtszaak
le fond d'une affaire
de grond van een zaak
agresser
aanvallen, aanranden
un agresseur
een aanvaller
une agression
een agressie, een aanval
un alibi
een alibi
une amende
een boete
aller en appel
in beroep gaan
une arrestation
een aanhouding, arrestatie
une arrestation administrative
een administratieve aanhouding
une arrestation judiciaire
een gerechtelijke aanhouding
un arrêt
een arrest
rendre un arrêt
een arrest uitspreken
un mandat d'arrêt
een arrestatiebevel
délivrer un mandat d'arrêt
een arrestatiebevel uitvaardigen
placer qqn sous mandat d'arrêt
iemand arresteren
une tentative d'assassinat
een moordpoging
assassiner
vermoorden
une attaque
aanval
une attaque à main armée
een gewapende overval
attaquer
aanvallen
une atteinte
een inbreuk, schending
une atteinte aux bonnes mœurs
aanranding van de eerbaarheid
l'auteur présumé
de vermoedelijke dader
un auteur
een dader
un avertissement
een waarschuwing
passer aux aveux
bekennen
un avocat
een advocaat
avouer
bekennen
un braquage
een overval
braquer
overvallen
cambrioler
inbreken
cambrioler une maison
in een huis inbreken
carcéral, -e
gevangenis-
une peine carcérale
een gevangenisstraf
un casier
strafregister
le casier judiciaire
het strafblad
casser
breken
casser un arrêt
een arrest vernietigen
une chambre
een kamer
la chambre des mises en accusation
de kamer van inbeschuldigingstelling
chiper (fam.)
stelen
une circonstance
een omstandigheid
des circonstances atténuantes
verzachtende omstandigheden
des circonstances aggravantes
verzwarende omstandigheden
un citoyen
een burger
commettre
begaan
commettre une infraction
een overtreding begaan
commettre un meurtre
een moord plegen
un commissariat
een commissariaat
comparaître
verschijnen
comparaître devant le tribunal
voor de rechtbank verschijnen
comparaître devant la cour
voor het hof verschijnen
un comparse
medeplichtige
une comparution
verschijning
la comparution devant (la cour)
de verschijning voor (het hof)
compétent
bevoegd
être compétent pour
bevoegd zijn voor
un complice
een medeplichtige
une condamnation
een veroordeling
un condamné
een veroordeelde
condamner
veroordelen
Note
Flashcard