Alle woorden van de vocabulaire lijst voor Engels examen 16/06
piercing eyes
doordringende ogen
thin-faced
met een smal, mager gezicht
round-faced
met een rond gezicht
a pale complexion
een bleke gelaatskleur
dark-skinned
met een donker gezicht
fair-skinned
met een bleek gezicht
a chubby face
een mollig gezicht
to get a tan
bruinen
bald
kaal
a beard
een baard
a moustache
een snor
a receding hairline
een kalend hoofd
grey hair
grijs haar
blonde hair
blond haar
fair hair
bleek haar
ginger-haired
met rood haar
red-haired
met rood haar
auburn hair
kastanjebruin haar
a distinctive feature
een kenmerk dat je van anderen onderscheidt
a personality
een persoonlijkheid
the first impression
de eerste indruk
to have a nice figure
een mooie figuur hebben
plump
stevig, mollig (eufemistisch)
stout
corpulent, dik
slim
slank (+)
skinny
vel over been (-)
obese
zwaarlijvig
a bit overweight
wat te zwaar
stocky
kort en dik
well-built
goedgebouwd
muscular
gespierd
anorexic
anorectisch
portly
gezet, stevig
tall
groot, lang, rijzig
well-dressed
goed gekleed
scruffy
slordig gekleed
untidy-looking
slordig ogend
messy-looking
slordig ogend
stunning
verrukkelijk
good-looking
knap
elegant
elegant
smart
keurig, verzorgd
handsome
knap (mannen)
beautiful, pretty
knap (vrouwen) (2)
to be dapper
modieus zijn
to be fashionable
modieus zijn
unkempt
1. ongekamd 2. onverzorgd
unattractive
onaantrekkelijk
wrinkles
rimpels
a birthmark
een geboortevlek
a mole on his cheek
een vlekje op zijn kaak
a tattoo
een tatoeage
a scar
een litteken
freckles
sproetjes
a crew-cut
stekeltjeshaar
shoulder-length hair
haar op schouderhoogte
cropped hair
kortgeknipt haar
a pony tail
een paardenstaart
plaits
vlechtjes
a parting
een scheiding in je haar
a fringe
een froufrou
sideburns
bakkebaarden, tochtlatten, koteletten :)
a goatee
een sik
a stubble
een stoppelbaard
straight hair
sluik, glad haar
wavy hair
golvend haar
curly hair
krullend haar
(a pair of) trousers
een broek
a sleeve
een mouw
a T-shirt
een T-shirt
a sweatshirt
een sporttrui, T-shirt met lange mouwen
a blouse
een bloes (voor vrouwen)
a shirt
een hemd (voor mannen)
a belt
een riem
a skirt
een rok
a dress
een jurk
a waistcoat
een vestje zonder mouwen onder een pak gedragen
a jumper
een trui, pullover
a cardigan
een gebreid jasje, vaak met knoopjes
a tie
een das
a suit
een kostuum
a jacket
een jas(je)
a tracksuit
een training
a bonnet
een muts
a cap
een pet
gloves
handschoenen
scarf, scarves
sjaal (2)
boots
laarzen
trainers
sportschoenen
a V-neck
een V-hals
a poloneck, turtle neck
een rolkraag (BE and AE!) (2)
a round neck
een ronde hals
a collar
een kraag
worn-out clothes
afgedragen, versleten kleren
casual clothes, casual wear
vrijetijdskledij (2)
an elderly man
een man op leeftijd
a middle-aged woman
een vrouw op middelbare leeftijd
to be in his / her twenties
in de 20 zijn
to be twentyish
ongeveer 20 jaar oud zijn