Studied by 2 peopleTags & Description
der Comic (Comics)
het stripverhaal
der Computer (Computer)
de computer
der DVD-player (DVD-player)
de DVD-speler
der Fernseher (Fernseher)
de televisie
der Laptop (Laptops)
de laptop
der Platz (PlÀtze)
de plaats
der Tablet-PC (Tablet-PCs)
de tablet
die HĂ€lfte (HĂ€lften)
de helft
die Kamera (Kameras)
de camera, fototoestel
die Spielkonsole (Spielkonsolen)
de spelconsole
die Zeitschrift (Zeitschriften)
het tijdschrift
die Zeitung (Zeitungen)
de krant
das Buch (BĂŒcher)
het boek
das Computerspiel (Computerspiele)
het computerspel
das Drittel (Drittel)
een derde
das FĂŒnftel (FĂŒnftel)
een vijfde
das GerÀt (GerÀte)
het toestel
das Handy (Handys)
de gsm
das Kino (Kinos)
de bioscoop
das Prozent (Prozente)
het procent
das Radio (Radios)
de radio
das Smartphone (Smartphones)
de smartphone
das Viertel (Viertel)
een vierde
verschicken
verzenden
zunehmen
toenemen
dauernd
voortdurend
erreichbar
bereikbaar
etwa
ongeveer
gar nicht
helemaal niet
knapp
een kleinen, net geen
manchmal
soms
mehrmals
meerdere keren
monatlich
maandelijks
oft
vaak
selten
zelden
regelmĂ€Ăig
regelmatig
stÀndig
voortdurend
tÀglich
dagelijks
weniger
minder
wichtig
belangrijk
wöchtentlich
wekelijks
ziemlich
tamelijk
der Alltag
het dagelijks leven
der Kunde (Kunden)
de klant
der Stern (Sterne)
de ster
der Verkehr
het verkeer
die Ampel (Ampeln)
het verkeerslicht
die App (Apps)
de app
die Beschreibung (Beschreibungen)
de beschrijving
die Bewertung (Bewertungen)
de beoordeling
die Bildbearbeitung
de fotobewerking
die E-Mail (E-Mails)
de e-mail
die Gefahr (Gefahren)
het gevaar
die Herausforderung (Herausforderungen)
de uitdagingen
die Kosten
de kosten
die Langeweile
de verveling
die Nachricht (Nachrichten)
het bericht
die Organisation
de organisatie
die Planung
de planning
das Ergebnis (Ergebnisse)
het resultaat
das GerÀt (GerÀte)
het toestel
das Handy (Handys)
de gsm
das Taschengeld
het zakgeld
das Telefon
de telefoon
bewerten
beoordelen
dabeihaben
bij zich hebben
fotografieren
fotografere
gucken
kijken naar
herunterladen
downloaden
kommunizieren
communiceren
sich langweilen
zich vervelen
sich leisten
zich veroorloven
nerven
enerveren
organisieren
organiseren
schauen
kijken
telefonieren
telefoneren
verpassen
missen
verschicken
verzenden
abhÀngig
afhankelijk, verslaafd
billig
goedkoop
erreichbar
bereikbaar
unerreichbaar
onbereikbaar
im Durchschnitt
gemiddeld
im Trend
in zijn
Home
Note
Flashcard