Business for Creatives 1MEB

studied byStudied by 126 people
5.0(1)
get a hint
hint

Om op langere termijn financieel levensvatbaar te zijn, heb je twee andere zaken nodig:

1 / 202

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

203 Terms

1

Om op langere termijn financieel levensvatbaar te zijn, heb je twee andere zaken nodig:

  1. Tevreden en loyale klanten.

  2. Tevreden en loyale medewerkers

New cards
2

Wat is werkingskapitaal?

Voorraad + Vorderingen - Leveranciers

New cards
3

Hoe bereken je winst?

Opbrengsten - Kosten

New cards
4

Hoe bereken je Cash?

inkomende geldstromen - uitgaande geldstromen

New cards
5

Wat is een call optie?

De koper heeft het recht om de effecten te kopen voor de afgesproken prijs.

De verkoper heeft de plicht om de effecten te verkopen voor de afgesproken prijs.

New cards
6

Wat is een put optie?

De koper heeft het recht om de effecten te verkopen voor de afgesproken prijs.

De verkoper heeft de plicht om de effecten te kopen voor de afgesproken prijs.

New cards
7

Wat is uitzonderlijk resultaat?

Opbrengsten en kosten verbonden aan zaken die niet courant voorkomen.

New cards
8

Wat is financieel resultaat?

Opbrengsten en kosten verbonden aan de financiering van het bedrijf: de voornaamste kosten zijn hier meestal de interesten op de leningen.

New cards
9

Wat is bedrijfsresultaat?

Opbrengsten en kosten verbonden aan de dagelijkse bedrijfsactiviteiten.

New cards
10

Wat is EBITDA?

Earnings before interest, tax, depreciation and amortisation. In het Nederlands is EBITDA de winst voor de aftrek van interest, belastingen, afschrijving en afboekingen. 

EBITDA = Totale Omzet - Bedrijfskosten + Afschrijvingen + Amortisatie

New cards
11

Wat is EBIT?

Earnings before interest and tax. In het Nederlands is EBITDA de winst voor de aftrek van interes en belastingen

New cards
12

Wat is capex?

CAPEX staat voor Capital Expenditures, ofwel Investeringen. Dit zijn de kosten die een bedrijf maakt om zijn activiteiten uit te breiden of te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Aanschaf van nieuwe machines of apparatuur

  • Bouw of renovatie van een pand

  • Inkoop van nieuwe software

  • Onderzoek en ontwikkeling

New cards
13

Wat is opex

OPEX staat voor Operating Expenses, ofwel Bedrijfsuitgaven. Dit zijn de kosten die een bedrijf maakt om zijn dagelijkse activiteiten uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Personeelskosten (lonen, salarissen, sociale lasten)

  • Huur

  • Energiekosten

  • Verzekeringen

  • Marketingkosten

  • Onderhoudskosten

New cards
14

Wat is depreciatie?

De waardevermindering van een activa.

Depreciatie is belangrijk voor de boekhouding van bedrijven. Bedrijven moeten hun activa afschrijven over hun gebruiksduur. Dit betekent dat ze jaarlijks een deel van de aanschafwaarde van de activa afboeken als kosten.

Voorbeelden van depreciatie

  • Een bedrijf koopt een machine voor €100.000. De verwachte gebruiksduur van de machine is 10 jaar. De jaarlijkse afschrijving is dan €10.000.

  • Een auto wordt gekocht voor €20.000. De verwachte restwaarde van de auto is €5.000 na 5 jaar. De jaarlijkse afschrijving is dan €4.000.

  • Een bedrijf heeft een patent dat 10 jaar geldig is. Het bedrijf koopt het patent voor €1 miljoen. De jaarlijkse afschrijving is dan €100.000.

New cards
15

Wat is de grootste reden dat bedrijven achteruitgaan?

  1. Geen 'droom' - Een start-up heeft een sterk idee nodig dat aansluit op de marktvraag en het aanbod.

  2. Gebrekkige planning - Het idee wordt niet voldoende voorbereid of concreet uitgewerkt.

  3. Zwakke vraag - Er is onvoldoende vraag naar het product, waardoor er geen winst gemaakt kan worden. Bijvoorbeeld, Domino's Pizza die zich uit Italië terugtrok vanwege een verzadigde markt.

  4. Onvoldoende kapitaal - De basisinvestering wordt vaak onderschat, en er is veel startkapitaal nodig. Bijvoorbeeld, de inrichting van een interieur.

  5. Verkeerde locatie - De locatie is slecht bereikbaar of onaantrekkelijk, wat vooral voor retail een cruciaal punt is.

  6. Slecht management - Dit wordt beschreven als een 'containerbegrip' waarbij het verschil tussen goed en slecht management aanzienlijk kan zijn voor succes.

  7. Zwakke marketing - Onvoldoende of inefficiënte reclame en het gebruik van verkeerde kanalen om te adverteren.

  8. Te snelle groei - Te snel uitbreiden naar nieuwe locaties zonder de juiste middelen en management, wat kan leiden tot verwaarlozing van bestaande locaties.

New cards
16

Wat is solvabiliteit?

Solvabiliteit (of de solvabiliteitsratio) geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen in je onderneming. Vreemd vermogen is het geld dat je met je bedrijf hebt geleend van anderen.

Bereken met deze formule je solvabiliteit:

  1. Deel het eigen vermogen door het totale vermogen

  2. Vermenigvuldig de uitkomst met 100%

New cards
17

Wat zijn de 4 elementen van een totaalervaring?

  1. Ontspanning

  2. Esthetisch

  3. Educatie

  4. Immersie

<ol><li><p>Ontspanning</p></li><li><p>Esthetisch</p></li><li><p>Educatie</p></li><li><p>Immersie</p></li></ol>
New cards
18

Bedrijfsdoelstellingen

  • Top Werkgever: Motiveer prestaties en aanwezigheid.

  • Top Dienstverlener: Creëer klantloyaliteit & mond-tot-mondreclame.

  • Top Investering: Behoud succes in de markt.

New cards
19

Serviceconcept

Waar je bedrijf voor staat in drie zinnen.

  • Welke service je biedt.

  • Wat je doelgroep is.

  • Wat je uniek maakt tegenover anderen.

New cards
20

Voordelen franchising

  • Minder dure expansie

  • Snelle groei garanderen zonder onvoldoende kapitaal

  • Franchisenemer staat in voor veel lasten

New cards
21

Wat is franchising?

Franchising is wanneer iemand betaalt om zijn eigen versie van een bekend winkel of restaurant te openen. Ze krijgen hulp en het recht om dezelfde naam te gebruiken, en moeten geld afdragen aan het hoofdbedrijf.

New cards
22

Wat zijn de 4 taken van management?

  • Planning

  • Organising

  • Leading

  • Checking

New cards
23

Bedrijfsstrategie → Operational excellence

Alles in functie van kost. Bedrijven die nauwgezet hun kosten beheersen.

  • Voorbeelden:

    Colruyt, Aldi

    Geen kassa's, meerdere taken per werknemer, overal hetzelfde, goedkoop, dozen in de rekken

    McDonalds

    Snel eten maken, overal hetzelfde, veel inkoop = schaalvoordeel, lage lonen,

New cards
24

Bedrijfsstrategie → Product Leadership

Hoge kwaliteit om te onderscheiden op de markt. Hogere prijs. Innovatie.

  • Voorbeelden

    Delhaize

    Producten beter uitgestald, medewerkers met vaste taak, kwaliteit, prijzen wat hoger,

    Manhatten's

    Beter aanbod, aangenaam, service, beter vlees, presentatie, home-made, duur

New cards
25

Bedrijfsstrategie → Customer Intimacy

Bedrijven die speciaal werk leveren voor een klein groepje klanten.

  • Voorbeelden

    Bentley

    gepersonaliseerde auto

    Hof van Cleve

    topkwaliteit eten, topervaring

New cards
26

Bedrijfsstrategie → Stuck in the middle

Bedrijven zonder concrete bedrijfsstrategie

  • Voorbeelden

    Carrefour

    Heeft elementen van de drie

    Ellis Burger

    Begonnen in product leadership, te snel gegroeid, kwaliteit verloren, weinig aandacht naar originele vestigingen

<p>Bedrijven zonder concrete bedrijfsstrategie</p><ul><li><p>Voorbeelden</p><table><tbody><tr><td colspan="1" rowspan="1"><p><strong>Carrefour</strong></p></td><td colspan="1" rowspan="1"><p>Heeft elementen van de drie</p></td></tr><tr><td colspan="1" rowspan="1"><p><strong>Ellis Burger</strong></p></td><td colspan="1" rowspan="1"><p>Begonnen in product leadership, te snel gegroeid, kwaliteit verloren, weinig aandacht naar originele vestigingen</p></td></tr></tbody></table></li></ul>
New cards
27

Wat is een DESTEP-analyse en waar staat die voor?


Een DESTEP-analyse is een raamwerk gebruikt in marketing en bedrijfsstrategie om macro-economische factoren te beoordelen die invloed kunnen hebben op een organisatie. Het is een acroniem dat staat voor:

  • Demografisch: Bevolkingsgrootte, leeftijdsstructuur, geslacht, inkomen, etnische samenstelling, en andere demografische factoren.

  • Economisch: Economische groei, rentevoeten, wisselkoersen, inflatie, werkloosheid, en andere economische condities.

  • Sociaal-cultureel: Culturele trends, gezondheidsbewustzijn, bevolkingsonderwijs, sociale structuren, en levensstijlveranderingen.

  • Technologisch: Innovaties, patenten, technologische veranderingen, en de impact van technologie op de markt.

  • Ecologisch: Milieuaspecten zoals klimaatverandering, recyclingprocedures, en houding tegenover het milieu.

  • Politiek-juridisch: Politieke stabiliteit, wetgeving, fiscaal beleid, handelsbeperkingen, en juridische factoren.

<p><br>Een DESTEP-analyse is een raamwerk gebruikt in marketing en bedrijfsstrategie om macro-economische factoren te beoordelen die invloed kunnen hebben op een organisatie. Het is een acroniem dat staat voor:</p><ul><li><p><strong>Demografisch</strong>: Bevolkingsgrootte, leeftijdsstructuur, geslacht, inkomen, etnische samenstelling, en andere demografische factoren.</p></li><li><p><strong>Economisch</strong>: Economische groei, rentevoeten, wisselkoersen, inflatie, werkloosheid, en andere economische condities.</p></li><li><p><strong>Sociaal-cultureel</strong>: Culturele trends, gezondheidsbewustzijn, bevolkingsonderwijs, sociale structuren, en levensstijlveranderingen.</p></li><li><p><strong>Technologisch</strong>: Innovaties, patenten, technologische veranderingen, en de impact van technologie op de markt.</p></li><li><p><strong>Ecologisch</strong>: Milieuaspecten zoals klimaatverandering, recyclingprocedures, en houding tegenover het milieu.</p></li><li><p><strong>Politiek-juridisch</strong>: Politieke stabiliteit, wetgeving, fiscaal beleid, handelsbeperkingen, en juridische factoren.</p></li></ul>
New cards
28

Wat is een SWOT-analyse en waar staat die voor?

Een SWOT-analyse is een tool die helpt bij het beoordelen van:

  • Strenghts: Wat je goed doet.

  • Weaknesses: Waar je in kunt verbeteren.

  • Opportunities: Mogelijkheden in de omgeving die je kunt benutten.

  • Threats: Bedreigingen waarmee je wordt geconfronteerd.

<p>Een SWOT-analyse is een tool die helpt bij het beoordelen van:</p><ul><li><p><strong>Strenghts</strong>: Wat je goed doet. </p></li><li><p><strong>Weaknesses</strong>: Waar je in kunt verbeteren.</p></li><li><p><strong>Opportunities</strong>: Mogelijkheden in de omgeving die je kunt benutten.</p></li><li><p><strong>Threats</strong>: Bedreigingen waarmee je wordt geconfronteerd.</p></li></ul>
New cards
29

Waarom is een concurrentieanalyse belangrijk?

Waardevolle informatie – veel te leren van concurrenten

• Inzichten helpen om je ideeën en aanpak te verbeteren

• Inzichten helpen om te vermijden om dezelfde fouten te maken

• Inzichten helpen om opportuniteiten te identificeren

Informatie helpt om de volgende cruciale vragen te beantwoorden:

• Hoe ga je je onderscheiden van anderen in de markt?

• Waarom zouden gasten de voorkeur moeten geven aan jouw ervaring?

New cards
30

Wat is het STP-proces en waaruit bestaat het?

Belangrijke marketingstrategie die bestaat uit Segmentatie, Targeting en Positionering.

<p><span style="font-family: Söhne, ui-sans-serif, system-ui, -apple-system, Segoe UI, Roboto, Ubuntu, Cantarell, Noto Sans, sans-serif, Helvetica Neue, Arial, Apple Color Emoji, Segoe UI Emoji, Segoe UI Symbol, Noto Color Emoji">Belangrijke marketingstrategie die bestaat uit </span><strong><span style="font-family: Söhne, ui-sans-serif, system-ui, -apple-system, Segoe UI, Roboto, Ubuntu, Cantarell, Noto Sans, sans-serif, Helvetica Neue, Arial, Apple Color Emoji, Segoe UI Emoji, Segoe UI Symbol, Noto Color Emoji">Segmentatie, Targeting en Positionering.</span></strong></p>
New cards
31

STP → Segmentatie

Opdelen van de markt in duidelijke segmenten die verschillende behoeften, kenmerken of gedrag hebben die om unieke marketingstrategieën of -mixen vragen.

Bijvoorbeeld, de markt kan gesegmenteerd worden op basis van cultuur, leeftijd, educatie (zoals scholen, die weer onderverdeeld kunnen worden in kleuter, lager, middelbaar, hoger onderwijs, etc.), of religie.

De reden waarom scholen bijvoorbeeld interessant zijn als segment, is omdat je veel mensen tegelijk bereikt, ze komen vaak jaarlijks terug, en kinderen zullen hun ervaringen delen met familie, wat kan leiden tot herhaalbezoeken met gezinsleden.

New cards
32

STP → Targeting

Kies een segment om je op te richten. Welk segment is het meest interessant voor het product?

New cards
33

STP → Positioneren

Bepalen hoe je het product uniek maakt voor de gekozen doelgroepen. Hoe wil je als bedrijf gezien worden?

New cards
34

Wat is expectations management?

Belang van consistentie en uniformiteit in het dienstverleningsproces

• Het is niet nodig om de grootste, goedkoopste,... te zijn, maar het is

wel nodig om heel duidelijk te zijn over wat men kan verwachten

New cards
35

Wat is de service marketing mix?

7 p’s van marketing. Hoe goed is een dienst/product?

  1. Product: Wat je aanbiedt. Voorbeeld: Een bank biedt een spaarrekening.

  2. Prijs: Wat het kost. Voorbeeld: Een sportschool heeft verschillende lidmaatschapsniveaus.

  3. Plaats: Waar het beschikbaar is. Voorbeeld: Een kapper biedt diensten aan zowel in de salon als thuis.

  4. Promotie: Hoe je het bekend maakt. Voorbeeld: Een online cursus gebruikt sociale media voor advertenties.

  5. People: Wie erbij betrokken zijn. Voorbeeld: De vriendelijke ober in een restaurant.

  6. Process: Hoe het wordt geleverd. Voorbeeld: Het incheckproces bij een hotel.

  7. Physical Evidence: Tastbaar bewijs. Voorbeeld: De inrichting van een spa die ontspanning uitstraalt.

New cards
36

Wat is de pyramid of expectation?

Hoe kan je de verwachtingen van de klant verbeteren?

  1. Sacrifice: Het verschil tussen wat de klant wil en wat hij accepteert. Het doel is om dit verschil zo klein mogelijk te maken.

  2. Satisfaction: Dit is wanneer de klant krijgt wat hij verwacht. Het is belangrijk om verwachtingen goed te managen zodat klanten niet teleurgesteld worden.

  3. Surprise: Hierbij gaat het erom de klant iets extra's te bieden wat hij niet verwacht, waardoor de ervaring onvergetelijk wordt.

  4. Suspense: Dit gaat over de anticipatie en opwinding van de klant over wat nog komen gaat, waardoor ze uitkijken naar de volgende ervaring met het bedrijf.

<p>Hoe kan je de verwachtingen van de klant verbeteren? </p><p></p><ol><li><p><strong>Sacrifice</strong>: Het verschil tussen wat de klant wil en wat hij accepteert. Het doel is om dit verschil zo klein mogelijk te maken.</p></li><li><p><strong>Satisfaction</strong>: Dit is wanneer de klant krijgt wat hij verwacht. Het is belangrijk om verwachtingen goed te managen zodat klanten niet teleurgesteld worden.</p></li><li><p><strong>Surprise</strong>: Hierbij gaat het erom de klant iets extra's te bieden wat hij niet verwacht, waardoor de ervaring onvergetelijk wordt.</p></li><li><p><strong>Suspense</strong>: Dit gaat over de anticipatie en opwinding van de klant over wat nog komen gaat, waardoor ze uitkijken naar de volgende ervaring met het bedrijf.</p></li></ol>
New cards
37

Wat zijn moments of truth?

Kritische momenten tussen klant en bedrijf die invloed hebben op klantentevredenheid

New cards
38

Wat zijn business winners en business losers?

Goeie en slechte praktijken van bedrijven.

Losers:

  • Slecht reservatiesysteem

  • Slecht sanitair

  • Slechte hygiëne

  • Onvriendelijk personeel

  • Slechte Operationaliteit

  • Slechte veiligheid

Winners:

  • Innovatie

  • Klantvriendelijkheid

  • Thematisering

  • Comfort

  • Duurzaam

New cards
39

Wat zijn de stappen van de Customer Journey?

Awareness

Moment waarop klant bedrijf eerst opmerkt.

  • Reclame

  • Via PR

  • Mond aan mond

Consideration

Klant informeert zich over bedrijf

  • Website

  • 3rd party website

  • Directe mail

  • Reviews

Purchase

Klant wil product kopen

  • Winkel

Retention

Zijn verwachtingen ingelost? Hoe houd je klant bij

  • Zo tevreden dat ze terug willen

  • Recensenten

Advocacy

Tevreden klanten die reclame maken voor je bedrijf (zonder betaling)

<h2>Awareness</h2><p>Moment waarop klant bedrijf eerst opmerkt.</p><ul><li><p><span style="font-family: Calibri">Reclame</span></p></li><li><p><span style="font-family: Calibri">Via PR</span></p></li><li><p><span style="font-family: Calibri">Mond aan mond</span></p></li></ul><h2>Consideration</h2><p>Klant informeert zich over bedrijf</p><ul><li><p><span style="font-family: Calibri">Website</span></p></li><li><p><span style="font-family: Calibri">3rd party website</span></p></li><li><p><span style="font-family: Calibri">Directe mail</span></p></li><li><p><span style="font-family: Calibri">Reviews</span></p></li></ul><h2>Purchase</h2><p>Klant wil product kopen</p><ul><li><p><span style="font-family: Calibri">Winkel</span></p></li></ul><h2>Retention</h2><p>Zijn verwachtingen ingelost? Hoe houd je klant bij</p><ul><li><p><span style="font-family: Calibri">Zo tevreden dat ze terug willen</span></p></li><li><p><span style="font-family: Calibri">Recensenten</span></p></li></ul><h2>Advocacy</h2><p>Tevreden klanten die reclame maken voor je bedrijf (zonder betaling)</p>
New cards
40

Wat is affiliate marketing?

Een vorm van internetmarketing waarbij adverteerders (bedrijven) hun partners belonen voor de gegenereerde verkopen of leads die de affiliate heeft aangeleverd.

Voorbeelden van affiliates zijn:

  • Influencers

  • Youtubers

  • Webistes

  • Reviewers

  • Blogs

New cards
41

Wat is retargeting?

Strategie waarbij je reclame maakt voor klanten die je product al eens gebruikt hebben.

Voorbeeld:

  • Cookies die sitebezoek van iemand bijhouden en dan op andere websites advertenties tonen van originele website.

  • Nieuwsbrief via mail

  • Tevredenheidenquêtes

New cards
42

Wat is SEO?

Staat voor Search Engine Optimization.

Manier om websites zo in elkaar te steken dat ze hoger verschijnen op Google. Dit kan door heel specifieke woorden te gebruiken op de site.

New cards
43

Waarom is goed klachtenmanagement zo belangrijk?

• Bron voor continue verbetering (feedback)

• Mogelijkheid om ontevreden klanten te recupereren

New cards
44

Hoe kan je klachtenmanagement verbeteren?

  1. Toegankelijkheid: Maak het makkelijk voor klanten om hun ontevredenheid te uiten.

  2. Snelle Respons: Reageer snel op schriftelijke klachten.

  3. Eerlijke Compensatie: Bied een passende vergoeding bij terechte klachten.

  4. Training: Zorg dat medewerkers goed zijn opgeleid om met klachten om te gaan.

  5. Opvolging: Controleer of de klacht naar tevredenheid is opgelost.

    • Zo ja, prima!

    • Zo nee, grijp de tweede kans aan.

  6. Structurele Verbetering: Gebruik de feedback uit klachten om je processen te verbeteren.

New cards
45

Wat is een Net Promoter Score (NPS)?

Hoe veel klanten je dienst zouden aanraden aan hun vrienden op een schaal van 1 tot 10.

<p>Hoe veel klanten je dienst zouden aanraden aan hun vrienden op een schaal van 1 tot 10. </p>
New cards
46

Hoe bereken je de NPS?

  1. Tel de antwoorden: Kijk hoeveel scores je hebt voor elke categorie (0-10).

  2. Groeperen: Deel de scores in groepen:

    • Scores van 9 en 10 zijn Promoters (25 mensen)

    • Scores van 7 en 8 zijn Passives (niet meegerekend in de -NPS-berekening)

    • Scores van 0 tot en met 6 zijn Detractors (9 mensen)

  3. Bereken percentages

    • Percentage Promoters = (Aantal Promoters / Totaal aantal respondenten) x 100

    • Percentage Promoters = (25 / 69) x 100 ≈ 36.2%

    • Percentage Detractors = (Aantal Detractors / Totaal aantal respondenten) x 100

    • Percentage Detractors = (19 / 69) x 100 ≈ 27.5%

  4. Trek de percentages van elkaar af

    1. NPS = Percentage Promoters - Percentage Detractors

    2. NPS ≈ 36% - 28% ≈ 8%

<ol><li><p><strong>Tel de antwoorden</strong>: Kijk hoeveel scores je hebt voor elke categorie (0-10).</p></li><li><p><strong>Groeperen</strong>: Deel de scores in groepen:</p><ul><li><p>Scores van 9 en 10 zijn <strong>Promoters</strong> (25 mensen)</p></li><li><p>Scores van 7 en 8 zijn <strong>Passives</strong> (niet meegerekend in de -NPS-berekening)</p></li><li><p>Scores van 0 tot en met 6 zijn <strong>Detractors</strong> (9 mensen)</p></li></ul></li><li><p><strong>Bereken percentages</strong></p><ul><li><p>Percentage Promoters = (Aantal Promoters / Totaal aantal respondenten) x 100</p></li><li><p>Percentage Promoters = (25 / 69) x 100 ≈ 36.2%</p></li><li><p>Percentage Detractors = (Aantal Detractors / Totaal aantal respondenten) x 100</p></li><li><p>Percentage Detractors = (19 / 69) x 100 ≈ 27.5%</p></li></ul></li><li><p><strong>Trek de percentages van elkaar af</strong></p><ol><li><p>NPS = Percentage Promoters - Percentage Detractors</p></li><li><p>NPS ≈ 36% - 28% ≈ 8%</p></li></ol></li></ol>
New cards
47

Net Promotor Score → Wat zijn terroristen?

Deze maken tegenreclame voor je product. Ze hebben dus een slechte invloed op je imago omdat ze erg ontevreden zijn.

<p>Deze maken tegenreclame voor je product. Ze hebben dus een slechte invloed op je imago omdat ze erg ontevreden zijn.</p>
New cards
48

Net Promotor Score → Wat zijn apostelen?

Deze maken reclame voor je product. Ze hebben dus een positieve invloed op je imago omdat ze erg tevreden zijn.

<p>Deze maken reclame voor je product. Ze hebben dus een positieve invloed op je imago omdat ze erg tevreden zijn.</p>
New cards
49

Wat is de rol van een eerstelijnsmedewerker?

Medewerker die direct in contact staat met de klant

New cards
50

Wat is de rol van een middenkader?

  • De brug tussen grote bazen en werknemers

  • Volgen de strategische koers op van bedrijf

  • Bepalen doelstellingen voor elke afdeling

Te vergelijken met de middenvelders in een ploeg, zoals Frenkie de Jong. Hij speelt de balletjes netjes van de verdedigers naar de aanvallers. Goed zo Frenkie!

<ul><li><p>De brug tussen grote bazen en werknemers</p></li><li><p>Volgen de strategische koers op van bedrijf</p></li><li><p>Bepalen doelstellingen voor elke afdeling</p></li></ul><p>Te vergelijken met de middenvelders in een ploeg, zoals Frenkie de Jong. Hij speelt de balletjes netjes van de verdedigers naar de aanvallers. Goed zo Frenkie!</p>
New cards
51

Wat betekent cultural fit?

Medewerkers die passen in de cultuur van het bedrijf

  • Zijn meer betrokken

  • Blijven langer

  • Presteren beter

  • Zijn minder afwezig

  • Dragen meer zorg voor de bedrijfsmiddelen

  • Verhogen de teamdynamiek

New cards
52

Wat is een taak?

Wat iemand doet. Het concrete werk dat iemand verricht.

Mijn vriendin mag die definitie ook eens vanbuiten leren.

New cards
53

Wat is een verantwoordelijkheid?

Wat iemand moet doen. Legt hiervoor verantwoordelijkheid af bij een ander.

New cards
54

Wat is een bevoegdheid?

Wat iemand mag doen. Toestemming om een handeling te verrichten. Eventueel als ze gedelegeerd zijn.

Zo ben ik blijkbaar niet bevoegd om in damestoiletten te zijn. Dat heeft Thomas More mij in een officiële brief laten weten…

New cards
55

Organisatiestructuur → General Manager

De manager van alle andere managers. Heeft de eindverantwoordelijkheid voor heel het bedrijf.

  • Sauron is de general manager van heel Mordor

<p>De manager van alle andere managers. Heeft de eindverantwoordelijkheid voor heel het bedrijf. </p><ul><li><p>Sauron is de general manager van heel Mordor</p></li></ul>
New cards
56

Organisatiestructuur → Commercial management

Managers van heel de commerciële dienst. Hieronder valt:

  • Marketing

  • Sales

  • Public Relations (PR)

  • Analysis & Strategic Planning

New cards
57

Organisatiestructuur → Technical service management

Managers van heel de technische dienst. Hieronder valt:

  • Building & Infrastructure

  • Table Maintenace & Technical Service

  • Installation Equipment

  • Test engineers

New cards
58

Organisatiestructuur → Administration & Finance Management

Dienst die ervoor zorgt dat alle papierwerk en geldzaken van een bedrijf netjes en correct worden geregeld. Hieronder valt:

  • Technology & Information System

  • Controlling

  • Test Engineers

  • Domain Specialist

New cards
59

Organisatiestructuur → Operation Management

Regelen en verbeteren de dagelijkse activiteiten in een bedrijf. Hieronder valt:

  • Shows

  • Shops & Games

  • Operations

  • Restaurants & Food Service

New cards
60

Commercial management → Marketing

Promoten het bedrijf en informeren klanten over producten/diensten.

New cards
61

Commercial management → Sales

Deze afdeling verkoopt het product of de dienst aan de klanten

New cards
62

Commercial Management → Public Relations

Zij beheren de relatie met het publiek en de media

New cards
63

Commercial Management → Analysis & Strategic Planning

Verantwoordelijk voor het onderzoeken en plannen van de beste manieren om het bedrijf vooruit te helpen.

New cards
64

Technical service management → Building & Infrastructure

Zorgen voor de fysieke gebouwen en infrastructuur waarin het bedrijf opereert.

New cards
65

Technical service management → Table maintenance

Verantwoordelijk voor onderhoud en technische diensten om de operaties soepel te laten verlopen.

New cards
66

Technical service management → Installation equipment

Verantwoordelijk voor onderhoud en technische diensten om de operaties soepel te laten verlopen.

New cards
67

Technical service management → Test Engineers

Zij testen de producten of systemen om ervoor te zorgen dat ze goed werken.

New cards
68

Administration & Finance Management → Technology & Information System

Beheert de computersystemen voor zaken als ticketverkoop, boekingen en klantgegevens.

New cards
69

Administration & Finance Management → Controlling

Houdt toezicht op de financiën, stelt budgetten vast en zorgt ervoor dat het centrum winstgevend is.

New cards
70

Administration & Finance Management → Test Engineers

Testen software en IT-systemen

New cards
71

Administration & Finance Management → Domain Specialist

Experts op gebieden zoals voedselveiligheid, amusement of kinderopvang.

New cards
72

Operation Management → Shows

Organiseert live-entertainment zoals goochelshows, poppenkast of muzikale optredens voor gezinnen.

New cards
73

Operation Management → Shops & Games

Beheert de detailhandel en arcade-gedeelte, zorgt voor een goede voorraad en werking van de spellen.

New cards
74

Operation Management → Operations

Zorgt ervoor dat het centrum dagelijks soepel loopt, van openen tot sluiten.

New cards
75

Operation Management → Restaurants & Food Service

Beheert de voedselverkooppunten in het centrum, van de kwaliteit van het eten tot de service aan de gasten.

New cards
76

Hoe verloopt de Recruitment Cycle?

  1. Identify Vacancy and Job Requirements:

Het proces begint met het herkennen dat er een vacature is binnen de organisatie en het definiëren van de vereisten voor die job, zoals vaardigheden, ervaring en kwalificaties.

  1. Post Jobs:

De volgende stap is het publiceren van de job op verschillende platforms, zoals de website van het bedrijf, vacaturebanken en social media om potentiële kandidaten te bereiken.

  1. Source Candidates:

Dit omvat het zoeken naar en aantrekken van kandidaten. Dit kan intern gebeuren door eigen medewerkers te promoten of extern door het gebruik van recruiters, netwerkevenementen, of andere wervingskanalen.

  1. Screen Resumes:

Zodra kandidaten hebben gesolliciteerd, worden hun cv's en sollicitatiebrieven beoordeeld om te zien wie het best aan de functie-eisen voldoet.

  1. Conduct Screening Calls:

De gekwalificeerde kandidaten kunnen dan een telefonische screening ondergaan, waarbij kort gekeken wordt of hun kwalificaties en motivatie overeenkomen met de behoeften van de organisatie.

  1. Conduct Interviews:

Kandidaten die door de screening komen, worden uitgenodigd voor een of meerdere sollicitatiegesprekken. Dit kan een diepgaande evaluatie van hun vaardigheden en een culturele fit met het bedrijf omvatten.

  1. Extend Job Offer:

Na de interviews wordt aan de geselecteerde kandidaat een baanaanbod gedaan. Dit omvat onderhandelingen over salaris, voordelen en andere voorwaarden van de werkgelegenheid.

  1. Onboard New Hire:

De laatste stap in de cyclus is het onboarden van de nieuwe medewerker. Dit houdt in dat ze worden geïntroduceerd in het bedrijf, de nodige training krijgen en worden voorzien van de middelen die ze nodig hebben om succesvol te zijn in hun nieuwe rol.

New cards
77

Complementariteitswiel

 

  1. Observer:

    • Richt zich op het stellen van normen en het begrijpen van producten of diensten door middel van analyse.

  2. Reformer:

    • Gedreven door vastberadenheid, de prestaties van anderen monitoren en discipline handhaven.

  3. Director:

    • Focust op resultaten, is besluitvaardig en assertief in hun aanpak.

  4. Motivator:

    • Brengt drive, enthousiasme en positief denken in het team.

  5. Inspirer:

    • Is overtuigend en creatief, met sterke sociale vaardigheden.

  6. Helper:

    • Helpt anderen, is flexibel en deelt ideeën.

  7. Supporter:

    • Luistert, is loyaal en bevordert een teambenadering.

  8. Coordinator:

    • Focust op planning, organisatie en tijdbeheer.

<p>&nbsp;</p><ol><li><p><strong><span>Observer:</span></strong></p><ul><li><p><span>Richt zich op het stellen van normen en het begrijpen van producten of diensten door middel van analyse.</span></p></li></ul></li><li><p><strong><span>Reformer</span></strong><span>:</span></p><ul><li><p><span>Gedreven door vastberadenheid, de prestaties van anderen monitoren en discipline handhaven.</span></p></li></ul></li><li><p><strong><span>Director</span></strong><span>:</span></p><ul><li><p><span>Focust op resultaten, is besluitvaardig en assertief in hun aanpak.</span></p></li></ul></li><li><p><strong><span>Motivator</span></strong><span>:</span></p><ul><li><p><span>Brengt drive, enthousiasme en positief denken in het team.</span></p></li></ul></li><li><p><strong><span>Inspirer</span></strong><span>:</span></p><ul><li><p><span>Is overtuigend en creatief, met sterke sociale vaardigheden.</span></p></li></ul></li><li><p><strong><span>Helper</span></strong><span>:</span></p><ul><li><p><span>Helpt anderen, is flexibel en deelt ideeën.</span></p></li></ul></li><li><p><strong><span>Supporter</span></strong><span>:</span></p><ul><li><p><span>Luistert, is loyaal en bevordert een teambenadering.</span></p></li></ul></li><li><p><strong><span>Coordinator</span></strong><span>:</span></p><ul><li><p><span>Focust op planning, organisatie en tijdbeheer.</span></p></li></ul></li></ol>
New cards
78

Welke twee sets factoren beïnvloeden werktevredenheid?

  • Hygiënefactoren (Job Dissatisfaction)

    • Werkomstandigheden

    • Relaties met collega's

    • Beleid en regels

    • Kwaliteit van supervisie

    • Basissalaris en loon

  • Motivatiefactoren (Job Satisfaction):

    • Prestatie

    • Erkenning

    • Verantwoordelijkheid

    • Het werk zelf

    • Vooruitgang

    • Persoonlijke groei

<ul><li><p><strong>Hygiënefactoren (Job Dissatisfaction)</strong></p><ul><li><p><span>Werkomstandigheden</span></p></li><li><p><span>Relaties met collega's</span></p></li><li><p><span>Beleid en regels</span></p></li><li><p><span>Kwaliteit van supervisie</span></p></li><li><p><span>Basissalaris en loon</span></p><p></p></li></ul></li><li><p><strong>Motivatiefactoren (Job Satisfaction):</strong></p><p></p><ul><li><p><span>Prestatie</span></p></li><li><p><span>Erkenning</span></p></li><li><p><span>Verantwoordelijkheid</span></p></li><li><p><span>Het werk zelf</span></p></li><li><p><span>Vooruitgang</span></p></li><li><p><span>Persoonlijke groei</span></p></li></ul></li></ul>
New cards
79

Hoe meet je werktevredenheid -en retentie?

  1. Algemene Tevredenheid: Meet tevredenheid via enquêtes en feedback.

  2. Team & Leiderschap: Beoordeel tevredenheid met team en managers.

  3. Verloop: Controleer verloop voor signalen van ontvredenheid.

  4. Ziekteverzuim: Kijk naar verzuim voor indicaties van ontevredenheid.

  5. Aanbevelingsintentie: Check of personeel de organisatie aanraadt.

  6. Tijdvergelijking: Vergelijk metingen over tijd voor trendanalyse. 

  7. Actief Luisteren: Verzamel feedback via gesprekken en suggesties.

New cards
80

Waarom is het belangrijk om personeelsbezetting regelmatig aan te passen?

Te veel personeel

  • Hogere kosten

  • Minder productiviteit

Te weinig personeel

  • Langere wachttijden

  • Meer stress, zowel voor personeel als klanten

  • Slechtere service

Daarom is het belangrijk om de personeelsbezetting regelmatig aan te passen aan de verwachte bezoekersaantallen

(jaar → kwartaal → maand → week → dag)

New cards
81

Wat zijn de belangrijkste financiële drivers voor een FEC?

• Aantal bezoekers

• Opbrengsten activiteiten

• Opbrengsten F&B

• Opbrengsten merchandise

• Opbrengsten events

 

• Cost of goods F&B

• Cost of goods merchandise

• Cost of goods events

• Marketingkosten

• Huur/Lease gebouw

• Huur/Lease installaties

• Onderhoudskosten

• Energie

• Directe personeelskosten (loon)

• Indirecte personeelskosten (vervoersonkosten etc)

New cards
82

Wat zijn operationele assumpties?

Basisverwachtingen die bepalen hoe de operationele activiteiten zullen worden uitgevoerd.

✓Gebaseerd op degelijk onderzoek

✓Aantal bezoekers

✓Opbrengsten activiteiten

✓Opbrengsten F&B

✓Opbrengsten merchandising

✓Oppervlakte locatie

✓Huurkost / m²

✓E nergiekost / m²

✓Totaal aantal openingsuren

✓Aantal blue collar medewerkers

✓Aantal studenten

✓Uurkost blue collar medewerkers

✓Uurkost studenten

New cards
83

Financiering → Self-Funding/Bootstrapping

Dit betekent dat je je eigen geld gebruikt om je bedrijf te starten en te laten groeien. Je spaart en investeert je eigen inkomsten in plaats van geld van anderen te lenen.

New cards
84

Financiering → Friends, Fools and Family

Dit is een grappige manier om te zeggen dat je geld leent van vrienden, familieleden, of mensen die misschien niet helemaal begrijpen waar ze in investeren ('fools' ofwel 'gekken' genoemd), om je bedrijf te financieren.

New cards
85

Financiering → Crowdfunding

Dit is wanneer je een project of bedrijf financiert door kleine bedragen geld te verzamelen van veel mensen, meestal via het internet.

Mensen die bijdragen, doen dit vaak in ruil voor een beloning of een eerste product.

New cards
86

Financiering → Incubators / Accelerators

Dit zijn programma's die startende bedrijven (start-ups) helpen te groeien door ze steun te bieden zoals werkruimte, advies en soms ook geld.

Een incubator helpt meestal bij het opstarten van een bedrijf, terwijl een accelerator helpt een al enigszins opgezet bedrijf snel te laten groeien.

New cards
87

Financiering → Business Angels

Dit zijn rijke individuen die hun eigen geld investeren in start-ups in ruil voor aandelen of een deel van de winst.

Ze bieden vaak ook hun expertise en contacten aan.

New cards
88

Financiering → Leningen / kredietkaarten / openstaande betalingen

Dit gaat over het lenen van geld dat je later terug moet betalen.

Leningen kunnen van een bank zijn, kredietkaarten zijn als kleine leningen die je elke maand kunt gebruiken en terugbetalen, en openstaande betalingen zijn bedragen die je nog moet betalen voor dingen die je al hebt gekregen.

New cards
89

Financiering → Subsidies voor kleine bedrijven

Dit is geld dat de overheid of organisaties geven aan kleine bedrijven om hen te helpen starten of groeien. Het mooie van subsidies is dat je dit geld meestal niet terug hoeft te betalen.

New cards
90

Wat is de balans?

Financieel overzicht dat de waarde van wat een bedrijf bezit (activa) en wat het verschuldigd is (passiva) op een bepaald moment weergeeft.

BALANS = MOMENTOPNAME

<p>Financieel overzicht dat de waarde van wat een bedrijf bezit (activa) en wat het verschuldigd is (passiva) op een bepaald moment weergeeft.</p><p></p><p>BALANS = MOMENTOPNAME</p>
New cards
91

Wat is activa?

Activa (debet)

  • Vaste activa: dingen die het bedrijf bezit en voor lange tijd gebruikt, zoals gebouwen (bedrijfspand), machines, auto's, en inventaris.

  • Vlottende activa: dingen die het bedrijf bezit die binnen een jaar in geld kunnen veranderen, zoals voorraad, nog te ontvangen geld (vorderingen), en het geld in de bank (banksaldo).

<h2 collapsed="false">Activa (debet)</h2><ul><li><p><strong><span>Vaste activa:</span></strong><span> dingen die het bedrijf bezit en voor lange tijd gebruikt, zoals gebouwen (bedrijfspand), machines, auto's, en inventaris.</span></p></li><li><p><strong><span>Vlottende activa:</span></strong><span> dingen die het bedrijf bezit die binnen een jaar in geld kunnen veranderen, zoals voorraad, nog te ontvangen geld (vorderingen), en het geld in de bank (banksaldo).</span></p></li></ul>
New cards
92

Wat is passiva?

Passiva (credit)

  • Eigen vermogen: geld dat de eigenaren in het bedrijf hebben gestoken, inclusief reserves.

  • Lang vreemd vermogen: leningen die langer dan een jaar lopen, zoals een hypotheek of andere langlopende leningen.

  • Kort vreemd vermogen: schulden die binnen een jaar betaald moeten worden, zoals salarissen en belastingen.

<h2 collapsed="false">Passiva (credit)</h2><ul><li><p><strong><span>Eigen vermogen</span></strong><span>: geld dat de eigenaren in het bedrijf hebben gestoken, inclusief reserves.</span></p></li><li><p><strong><span>Lang vreemd vermogen:</span></strong><span> leningen die langer dan een jaar lopen, zoals een hypotheek of andere langlopende leningen.</span></p></li><li><p><strong><span>Kort vreemd vermogen:</span></strong><span> schulden die binnen een jaar betaald moeten worden, zoals salarissen en belastingen.</span></p></li></ul>
New cards
93

Wat zijn debiteuren?

"Debiteuren" zijn klanten of cliënten die producten of diensten hebben ontvangen maar nog niet hebben betaald

<p>"Debiteuren" zijn<strong> klanten of cliënten die producten of diensten hebben ontvangen</strong> maar <strong>nog niet hebben betaald</strong></p>
New cards
94

Wat zijn crediteuren?

"Crediteuren" zijn de leveranciers of dienstverleners aan wie een bedrijf geld verschuldigd is, omdat het bedrijf producten of diensten heeft ontvangen maar deze nog niet heeft betaald.

<p>"Crediteuren" zijn de leveranciers of dienstverleners aan wie een bedrijf geld verschuldigd is, omdat het bedrijf producten of diensten heeft ontvangen maar deze nog niet heeft betaald.</p>
New cards
95

Wat is een resultatenrekening?

Ook wel winst-en-verliesrekening of exploitatierekening genoemd, is een financieel overzicht dat de opbrengsten, kosten en uitgaven van een bedrijf over een bepaalde periode weergeeft - meestal over een kwartaal of een jaar.

<p><span>Ook wel winst-en-verliesrekening of exploitatierekening genoemd, is een financieel overzicht dat de opbrengsten, kosten en uitgaven van een bedrijf over een bepaalde periode weergeeft - meestal over een kwartaal of een jaar.</span></p>
New cards
96

Resultatenrekening → Netto omzet

Netto omzet: Het totale bedrag dat het bedrijf heeft verdiend door verkoop van goederen of diensten.

New cards
97

Resultatenrekening → Kostprijs verkopen

Kostprijs verkopen: De kosten om de verkochte goederen of diensten te produceren.

New cards
98

Resultatenrekening → Brutowinst

Brutowinst: De winst die overblijft nadat de kostprijs van de verkopen is afgetrokken van de netto omzet.

New cards
99

Kosten → Personeelslasten

Personeelslasten: Geld dat aan werknemers wordt betaald.

New cards
100

Kosten → Afschrijvingen

Afschrijvingen: Waardevermindering van vaste activa zoals machines of voertuigen.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 2 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 14 people
Updated ... ago
4.8 Stars(4)
note Note
studied byStudied by 5 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 17 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 7 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 11 people
Updated ... ago
4.0 Stars(111)
note Note
studied byStudied by 7 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 16488 people
Updated ... ago
4.9 Stars(102)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard46 terms
studied byStudied by 12 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard60 terms
studied byStudied by 157 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
flashcards Flashcard91 terms
studied byStudied by 3 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard37 terms
studied byStudied by 20 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard53 terms
studied byStudied by 9 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard38 terms
studied byStudied by 29 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard59 terms
studied byStudied by 7 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard600 terms
studied byStudied by 120 people
Updated ... ago
5.0 Stars(4)