Studied by 6 peopleune ambiance
een sfeer
l’amusement
het vermaak, het amusement
une braderie
een rommelmarkt
le carnaval
het carnaval
un carnavalier
een carnavalist
une cérémonie
een ceremonie
un cortège
een stoet
une corvée
een vervelend werkje
un costume
een kostuum
un festival
een festival
une foire
een kermis
le folklore
de folklore
un marché de Noël
een kerstmarkt
un masque
een masker
un patrimoine
een patrimonium, een erfgoed
un personnage
een personage
une procession
een processie
un reconnaissance
een erkenning
un remerciement
een bedanking
un sacrifice
een offer
un tambour
een trommel
un tamboureur
een trommelaar
une trace
een spoor
une tradition
een traditie
agréable
aangenaam, gezellig
animé(e)
druk
attirant(e)
aantrekkelijk 2
attrayant(e)
aantrekkelijk 1
carnavalesque
carnavalesk, van carnaval
célèbre
beroemd
central(e)
centraal
convenable
passend, geschikt
détendu(e)
ontspannen
effrayant(e)
schrikwekkend
excitant(e)
opwindend
familial(e)
familiaal
féérique
sprookjesachtig
flou(e)
wazig
folklorique
folkloristisch
idéal(e)
ideaal
immatériel(le)
immateriaal
naïf / naïve
naïef
plein(e) d’ambiance
sfeervol
précédent(e)
vorig, voorafgaand
relaxant(e)
ontspannend, rustgevend
ridicule
dwaas, bespottelijk
traditionnel / traditionnelle
traditioneel
défiler
voorbijtrekken, defileren
enfiler
aantrekken
naitre
geboren worden
se déguiser
zich vermommen, zich verkleden
se joindre
zich voegen bij
ailleurs
elders
certainement
zeker
fondamentalement
essentieel, grondig
forcément
noodzakelijkerwijs
franchement
eerlijk gezegd
notamment
onder andere
réellement
echt
être ravi(e) de
opgetogen zijn over
Note
Flashcard