knowt logo

Duits woordenlijst 1-125

weil: omdat

denn: want

damit: opdat

außerdem: bovendien

zudem: bovendien

aber: maar

trotzdem: desondanks

etwa: ongeveer, bijvoorbeeld

allerdings: echter

sondern: maar

dagegen: daarentegen

hingegen: daarentegen

obwohl: hoewel

obgleich: hoewel

deshalb: daarom

deswegen: daarom

ja: immers

während: terwijl

bisher: tot nu toe

bislang: tot nu toe

tatsächlich: inderdaad

die Tatsache: het feit

vor: geleden

damals: toen

damalig: van toen

ähnlich: soortgelijk

ähnlich sehen: lijken op

ähneln: lijken op

sogar: zelfs

nur: maar, slechts

fast: bijna

nahezu: bijna

jedoch: echter

zwar: weliswaar

und zwar: en wel

also: dus

ohnehin: sowieso

mittlerweile: intussen

stattdessen: in plaats daarvan

dennoch: dessalniettemin

immerhin: in elk geval

einerseits… andererseits: enerzijds… anderzijds

zum einen… zum anderen: enerzijds… anderzijds

indem: doordat

erst: pas

überhaupt: eigenlijk, over het algemeen, helemaal

dementsprechend: dienovereenkomstig

entsprechen: overeenkomen met

kurzfristig: op korte termijn

langfristig: op lange termijn

gerade: juist, net

kaum: nauwelijks

ebenfalls: eveneens

je … desto: hoe … hoe

je… umso: hoe… hoe

weder… noch: noch… noch

ansonsten: anders

sonst: anders

überdies: bovendien

demnach: volgens deze bron

nach wie vor: nog steeds

endgültig: definitief

darüber hinaus: bovendien

ehe: voordat

entweder… oder: of… of

freilich: echter

obendrein: bovendien

LV

Duits woordenlijst 1-125

weil: omdat

denn: want

damit: opdat

außerdem: bovendien

zudem: bovendien

aber: maar

trotzdem: desondanks

etwa: ongeveer, bijvoorbeeld

allerdings: echter

sondern: maar

dagegen: daarentegen

hingegen: daarentegen

obwohl: hoewel

obgleich: hoewel

deshalb: daarom

deswegen: daarom

ja: immers

während: terwijl

bisher: tot nu toe

bislang: tot nu toe

tatsächlich: inderdaad

die Tatsache: het feit

vor: geleden

damals: toen

damalig: van toen

ähnlich: soortgelijk

ähnlich sehen: lijken op

ähneln: lijken op

sogar: zelfs

nur: maar, slechts

fast: bijna

nahezu: bijna

jedoch: echter

zwar: weliswaar

und zwar: en wel

also: dus

ohnehin: sowieso

mittlerweile: intussen

stattdessen: in plaats daarvan

dennoch: dessalniettemin

immerhin: in elk geval

einerseits… andererseits: enerzijds… anderzijds

zum einen… zum anderen: enerzijds… anderzijds

indem: doordat

erst: pas

überhaupt: eigenlijk, over het algemeen, helemaal

dementsprechend: dienovereenkomstig

entsprechen: overeenkomen met

kurzfristig: op korte termijn

langfristig: op lange termijn

gerade: juist, net

kaum: nauwelijks

ebenfalls: eveneens

je … desto: hoe … hoe

je… umso: hoe… hoe

weder… noch: noch… noch

ansonsten: anders

sonst: anders

überdies: bovendien

demnach: volgens deze bron

nach wie vor: nog steeds

endgültig: definitief

darüber hinaus: bovendien

ehe: voordat

entweder… oder: of… of

freilich: echter

obendrein: bovendien