Studied by 25 peopletromper
bedriegen
se tromper
zich vergissen
s’accrocher
zich vasthouden
reposer sur
rusten op
paraître
lijken
vérifier
controleren
apparaître
verschijnen
percevoir
waarnemen
compter
tellen
distinguer
onderscheiden
bouger
bewegen
concevoir
ontwerpen
provoquer
veroorzaken
le trompe-l’oeil
het gezichtsbedrog
le cerveau
de hersenen
une apparence
een verschijning
une image
een afbeelding
une forme
de vorm
un espace
de ruimte
une illusion d’optique
een optische illusie
un ronde, un cercle
een cirkel
la taille
de grootte
l’éloignement
de afstand
une ligne
een lijn
une équerre
een geodriehoek
une droite
een rechte
une courbe
een kromme
un contraste
een contrast
un carreau
een ruitje
une oeuvre
een kunstwerk
la répétition
de herhaling
le mouvement
de beweging
faux, fausse
vals
bluffant(e)
verbluffend
central
centraal
horizontal
horizontaal
vertical
verticaal
parallèle
parallel
déformé
misvormd
statique
statisch
des fausses apparences
bedriegelijke verschijningen
être d’accord
het eens zijn
il s’agit de
het gaat over
être trompé par
bedrogen worden door
remplir
vullen
fonctionner
functioneren
mouiller
nat worden
maintenir
behouden
retirer
terugtrekken
glisser
glijden
entourer
omringen
appuyer sur
drukken op
exercer
uitoefenen
verser
gieten
éviter
vermijden
rapprocher
bij elkaar duwen
contenir
bevatten
(se) mélanger
mengen
perturber
verstoren
provoquer
veroorzaken
repousser
terugduwen
se fixer sur
zich vast zetten aan
se relever
zich recht zetten
mesurer
meten
transmettre
doorgeven
circuler
ronddraaien
s’envoler
wegvliegen
froisser
verkreukelen
gonfler
opblazen
éclater
ontploffen
la force centrifuge
middelpunt vliedende kracht
l’accélération
de versnelling
une force
een kracht
le poids
het gewicht
une assiette creuse
een diep bord
un coton-tige
een oorstokje
le gras
het vet
une tache
een vlek
le savon
het zeep
la rotation
de rotatie
la vitesse (moyenne)
de (gemiddelde) snelheid
un os
een bot
un solide
een vaste stof
le traingle
de driehoek
le cercle
de cirkel
le carré
het vierkant
le rectangle
de rechthoek
le courant
stroming
une matière
een stof
la longueur
de lengte
la largeur
de breedte
la sable
het zand
le vinaigre
de azijn
un coquillage
een schelp
latéral
zijdelings
cuit(e)
gekookt
lent(e)
traag
faible
zwak
élevé(e)
hoog
moyen, moyenne
gemiddeld
Note
Flashcard