Studied by 12 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
el avión
het vliegtuig
el burro
de ezel
el crayón
het krijt
el chocolate
de chocolade
el delfín
de dolfijn
la estrella
de ster
la fresa
de aardbei
el gato
de kat
la hoja
het blad
la isla
het eiland
los jeans
de jeans
el koala
de koala
el libro
het boek
la llave
de sleutel
la mariposa
de vlinder
la naranja
de appelsien
el nũ
de gnoe
las olas
de golven
el perro
de hond
el queso
de kaas
la rana
de kikker
el sol
de zon
la tortuga
de schildpad
las uvas
de druiven
el violín
de viool
los wafles
de wafels
el xilófono
de xylofoon
el yo-yo
de jojo
los zapatos
de schoenen
número(de teléfono)
(telefoon)nummer
año
jaar
tener
hebben, zijn (leeftijd)
cuál
welk(e), wat
con
met
y
en
(muy) bien
(heel, zeer) goed
¿Cómo te llamas?
Hoe heet je?
hola
hallo
Me llamo
Ik heet
¿Qué tal (estás)?
Hoe is het? Hoe gaat het ermee?
¿Cuántos años tienes?
Hoe oud ben je?
Tengo … años
Ik ben … (jaar)
Soy (nombre/origen)
Ik ben (naam/afkomst)
día
de dag
mediodía
de noen, het middaguur
medianoche
middernacht
madrugada
de vroege ochtend, de dageraad
mañana
de morgen
tarde
de namiddag
noche
de nacht
salida/puesta del sol
de zonsopgang
saludo
de groet, begroeting
despedida
het afscheid
respuesta
het antwoord
saludar
groeten
despedirse
afscheid nemen
buenas
goeiedag
buenos días
goedemorgen
buenas tardes
goedemiddag
buenas noches
goedenavond
adíos
tot ziens
hasta luego
tot later
hasta mañana
tot morgen
hasta el (día)
tot (dag)
¡Nos vemos!
Tot ziens!
Te veo luego.
Tot later.
¡Que (te) vaya bien!
Het ga je goed!
¡Cuidate!
Verzorg je! Wees voorzichtig!
nombre
voornaam
apellido
achternaam
llamarse
heten
cómo
hoe
edad
leeftijd
posesión
bezit
cuánto, cuánta
hoeveel
origen
afkomst
país
land
región
streek, regio
pueblo
dorp
ciudad
stad
calle
straat
nacionalidad
nationaliteit
Canadá
Canada
Brasil
Brazilië
Dinamarca
Denemarken
Marruecos
Marokko
México
Mexico
Bolivia
Bolivië
Colombia
Colombia
Francia
Frankrijk
Alemania
Duitsland
Inglaterra
Engeland
Estados Unidos
Verenigde Staten
Perú
Peru
Suiza
Zwitserland
Suecia
Zweden
Rumania
Roemenië
Rusia
Rusland
Bélgica
België
Países Bajos
Nederland
Note
Flashcard