Wat is psoriasis?
Psoriasis is een chronische huidaandoening die niet infectieus is en een familiaal voorkomen heeft.
Wat zijn de typische klinische kenmerken van psoriasis?
Psoriasis heeft scherp begrensde plaques met een zalmrode tot dieprode kleur en een dikke witte schilferlaag. Het komt meestal voor op predilectieplaatsen en is meestal niet jeukend.
Waar komt psoriasis het meest voor?
Psoriasis komt het meest voor in Noord-Europa en Noord-Amerika bij blanken, met een incidentie van 1,5-3%. Het is minder frequent in Afrika, Zuid-Afrika en Azië.
Wat zijn de startleeftijden van psoriasis?
Psoriasis heeft twee pieken in de startleeftijd: 16-22 jaar en 50-60 jaar. Het is zeldzaam bij kinderen jonger dan 8 jaar.
Wat zijn de genetische factoren die geassocieerd worden met psoriasis?
Ongeveer 30% van de patiënten heeft een positieve familiegeschiedenis van psoriasis. De kans op psoriasis is ongeveer 2% als de ouders normaal zijn en 50% als beide ouders psoriasis hebben en een broer of zus ook psoriasis heeft. Er is een associatie met HLA-B27, HLA-Cw6, HLA-B13 en HLA-B17, afhankelijk van het klinisch subtype van psoriasis. Er zijn ten minste 9 chromosomale loci geïdentificeerd die gelinkt zijn aan psoriasis (psor 1-9).
Wat zijn de uitlokkende factoren van psoriasis?
Irritatie, wrijving, trauma, UV-straling (koebner), infecties (streptokokken), geneesmiddelen en psychische stress kunnen psoriasis uitlokken.
Wat is het Koeber fenomeen?
Het Koeber fenomeen (isomorf prikkel-fenomeen) is het verschijnsel dat op plaatsen van huidirritatie (o... (de tekst is hier afgebroken)
Wat is het Koeber fenomeen?
Het is het verschijnen van nieuwe letsels op plaatsen van huidirritatie of zonnebrand.
Welke drie klassen van geneesmiddelen kunnen psoriasis uitlokken of verergeren?
1. Beta-blokkers, 2. Lithiumcarbonaat, 3. Antimalariamiddelen.
Wat zijn de pathofysiologische factoren die betrokken zijn bij psoriasis?
Abnormale proliferatie en differentiatie van de keratinocyten, angiogenetische factoren, inflammatoire factoren (infiltratie PMN in acute fase), immunologische factoren (Th1 respons).
Wat zijn de verschillende klinische vormen van psoriasis?
Psoriasis vulgaris, 'en plaques', guttata, nagels, slijmvliezen, psoriasis pustulosa, psoriasis erythrodermie, psoriasis arthropathica.
Wat zijn de kenmerken van psoriasis en plaques?
Eerder chronisch verloop, scherp omgrensde, dieprode plaques van wisselende grootte, dikke witte schilferlaag - kaarsvetfenomeen, min of meer symmetrisch, voorkeursplaatsen zijn de ellebogen, de knieën en het sacrum.
Wat zijn de voorkeursplaatsen voor psoriasisplekken?
Ellebogen, knieën en sacrum.
Wat is het kaarsvet-fenomeen bij psoriasisplekken?
Dikke witte schilfering.
Welke lokalisaties zijn moeilijker te behandelen bij psoriasisplekken?
Handpalmen, voetzolen, genitalia, plooien, scalp en aangezicht.
Wat zijn de differentiële diagnoses voor psoriasis van handpalmen en voetzolen?
Eczeem, schimmelinfectie en lichen planus.
Wat is psoriasis inversa?
Psoriasisplekken die zich voornamelijk in de plooien bevinden.
Waar moet men op letten bij topische behandelingen met corticosteroïden voor psoriasis inversa?
Irritatie of atrofie.
Hoe vaak komt psoriasis van de scalp voor bij psoriasispatiënten?
Bij minstens 50% van de psoriasispatiënten.
Wat zijn de symptomen van psoriasis van de scalp?
Dikke witte schilfering op de scalp, schilfers en korsten achter de oren, soms een sterke jeuk en geen haarverlies.
Wat zijn de symptomen van psoriasis van de scalp?
Dikke witte schilfering op de scalp, dikwijls schilfers en korsten achter de oren, soms een sterke jeuk, geen haarverlies.
Wat zijn de differentiële diagnoses voor psoriasis van de scalp?
Seborrhoïsche dermatitis.
Wat zijn de kenmerken van psoriasis van het gelaat?
Droge zilverwitte schilfering, eventueel gepaard met nagelafwijkingen en typische psoriasisafwijkingen op andere plaatsen.
Wat is de differentiële diagnose voor seborrhiasis op het gelaat?
Psoriasis.
Wat zijn de kenmerken van psoriasis guttata?
Meer acuut verloop, talrijke kleine druppelgrote letsels over het ganse lichaam, minder infiltratie en minder schilfering, frequenter bij jonge personen/kinderen, dikwijls na een acute infectie.
Wat zijn de symptomen van psoriasis van de nagels?
Talrijke putjes in de nagelplaat (vingerhoednagels), geelbruine druppelgrote verkleuring (Oelfleck fenomeen), onycholysis semilunaris.
Wat zijn de specifieke afwijkingen van psoriasis van de nagels?
Talrijke putjes in de nagelplaat (vingerhoednagels), geelbruine druppelgrote verkleuring (Oelfleck fenomeen), onycholysis semilunaris.
Wat zijn de aspecifieke afwijkingen van psoriasis van de nagels?
Zeer vele afwijkingen zijn mogelijk volgens de lokalisatie van de lets.
Wat is onycholysis semilunaris?
Het is een aspecifieke afwijking van de nagels.
Wat is de belangrijkste differentiële diagnose van onycholysis?
Het is met onychomycose.
Wat is Oelfleck?
Het is een nagelafwijking die kan leiden tot totale dystrofie.
Wat zijn de typische nagelafwijkingen bij psoriasis?
Het omvat afwijkingen in vorm, kleur en textuur van de nagels.
Wat is psoriasis pustulosa?
Het is een vorm van psoriasis die zich manifesteert als geelachtige pustels op een rode en schilferende achtergrond, voornamelijk gelokaliseerd op de handpalmen en voetzolen.
Wat is acrodermatitis continua van Hallopeau?
Het is een zeldzame vorm van psoriasis die zich manifesteert als pustels en ontsteking op de vingers en tenen.
Wat is de gelokaliseerde vorm van psoriasis pustulosa die zich voornamelijk op de handpalmen en voetzolen bevindt?
Palmo-plantair PSORIASIS PUSTULOSA Gelokaliseerd.
Wat is de zeldzame vorm van psoriasis pustulosa die ontsteking en steriele pustels van de distale vingers en soms tenen veroorzaakt?
Acrodermatitis continua van Hallopeau.
Wat zijn de symptomen van acrodermatitis continua van Hallopeau?
Ontsteking en steriele pustels van de distale vingers en soms tenen, later schilfering en korstvorming, aantasting van de nagels en/of onycholysis, vaak gepaard met gewrichtsaantasting (psoriasis arthropatica).
Wat is de uitlokkende factor voor de acute opkomst van de generaliseerde vorm van psoriasis pustulosa (GPP)?
Plots stoppen met corticosteroïden, laag calcium, zwangerschap.
Wat zijn de symptomen van de generaliseerde vorm van psoriasis pustulosa (GPP)?
Zeer talrijke steriele pustels op erythemateuze ondergrond, vereist hospitalisatie.
Wat is de zeldzaamste vorm van psoriasis die de ganse lichaamsoppervlakte aantast en begint na 2-6 dagen af te schilferen?
PSORIASIS ERYTHRODERMIE.
Wat zijn de algemene symptomen van psoriasis erythrodermie?
Koorts, rillingen, algemene malaise.
Wat zijn de algemene symptomen van psoriasis?
Koorts, rillingen, algemene malaise.
Wat is het ""rebound"" effect bij psoriasis?"
Het is een reactie die kan optreden na abrupt stoppen van corticosteroïden (lokaal of systemisch) en vereist hospitalisatie.
Wat is psoriasis arthropatica? "
Het is een vorm van psoriasis die vooral de proximale (PIP) en distale (DIP) interfalangeale gewrichten aantast en de karakteristieke ""sausage"" vingers veroorzaakt."
Wat is psoriasis arthropatica mutilans?
Het is een ernstige vorm van psoriasis arthropatica die gepaard gaat met erosieve veranderingen van het bot en progressive misvorming veroorzaakt.
Wat zijn de frequente lokalisaties van psoriasis arthropatica?
Lage rug (sacroiliitis, spondylitis), eventueel de polsen, de enkels en de kniëen.
Wat is de behandeling voor psoriasis arthropatica mutilans?
Er is geen etiologische behandeling, maar wel een symptomatische behandeling mogelijk.
Wat zijn de lokale behandelingen voor psoriasis?
Lokale behandelingen zijn mogelijk.
Wat is de fysieke behandeling voor psoriasis?
Fysieke behandeling is mogelijk.
What are the possible treatments for psoriasis?
Local treatments and systemic treatments.
What are the types of local treatments for psoriasis?
Corticosteroids, vitamin D derivatives, dithranol, salicylic acid, tar.
What is the first-line treatment for mild to moderate psoriasis?
Local corticosteroids.
What is the strength of corticosteroid used for handpalm, voetzool, scalp, and body?
Strong to very strong corticosteroids.
What is the strength of corticosteroid used for plooien, genitalia, and gelaat?
Moderate and weak corticosteroids.
What are the possible side effects of local corticosteroids?
Atrophy of the skin/striae, perioral.
Wat zijn de mogelijke nevenwerkingen van lokale corticosteroïden?
Atrofie van de huid/striae, periorale dermatitis/corticosteroïd rosacea, tachyphylaxis (gewenning), ""rebound"" fenomeen (verergering bij abrupte stop), eventueel systemische nevenwerkingen.
Wat is de toepassing van vitamine D derivaten? "
Milde tot matige chronische plaque psoriasis, hebben een regulerende invloed op differentiatie en proliferatie van keratinocyten, geen risico op huidatrofie, gewenning of ""rebound""."
Wat zijn de nadelen van vitamine D derivaten?
Tragere werking dan corticosteroïden (maar wel langere nawerking), irritatie van de huid, combinatie met ontschilferend salicylzuur niet mogelijk, invloed op calcium metabolisme bij te uitgebreid gebruik (overschrijden van de maximaal toegestane dosis).
Wat is de maximale dosis per week van tacalcitol (Curatoderm®)?
35 g.
Wat is het voordeel van vitamine D/corticosteroïd combinatietherapie?
Ze versterken elkaars werking, waarbij vitamine D vooral een regulerende invloed heeft op differentiatie en proliferatie van keratinocyten en corticosteroïd werkt op ontstekingsremming.
Wat is de werking van vitamine D op keratinocyten?
Vitamine D heeft vooral regulerende invloed op differentiatie en proliferatie van keratinocyten.
Wat is de werking van corticosteroïd?
Corticosteroïd werkt vooral op de ontsteking.
Wat is het voordeel van het combineren van vitamine D en corticosteroïd?
Ze versterken elkaars werking.
Wat is het voordeel van corticosteroïd in de combinatiebehandeling?
Corticosteroïd zorgt voor snelle werking en gaat irritatie tegen.
Wat is het voordeel van vitamine D in de combinatiebehandeling?
Vitamine D zorgt voor langere werking, gaat rebound en huidatrofie tegen.
Wat zijn de indicaties voor DOVOBET ® zalf en gel, XAMIOL® gel, Enstilum ® spray?
Milde tot matige psoriasis en plaques (lichaam, handpalmen, voetzolen).
Waarvoor is Xamiol ® specifiek bedoeld?
Xamiol ® is specifiek bedoeld voor psoriasis van de scalp.
Wat zijn enkele andere lokale preparaten voor psoriasis?
Teer, Cignoline, Tazaroteen, Salicylzuur, Vochtinbrengende crèmes.
Wat zijn de behandelingsopties voor matige tot ernstige psoriasis die onvoldoende reageren op lokale behandelingen?
Fotochemotherapie (Psoraleen -UVA, PUVA) en Fototherapie (smal -band UVB, TL01).
Wat is fototherapie?
Behandeling van psoriasis met smal-band UVB of TL01.
Wat is fotochemotherapie?
Behandeling van psoriasis met Psoraleen-UVA of PUVA.
Wat is de frequentie van bestralingen bij fotochemotherapie?
3 keer per week.
Hoeveel sessies zijn er meestal nodig bij fotochemotherapie?
Ongeveer 20 tot 25 sessies.
Wat is de clearing rate bij fotochemotherapie?
80 tot 90% van de patiënten.
Wat is de frequentie van bestralingen bij fototherapie?
3 keer per week.
Hoeveel sessies zijn er meestal nodig bij fototherapie?
Ongeveer 20 tot 40 sessies.
Wat is de clearing rate bij fototherapie?
Ongeveer 60 tot 80% van de patiënten.
Wat zijn de voordelen van UVB/PUVA?
Zeer actief, blijft lang nawerken, kan in combinatie met lokale middelen, UVB kan in de zwangerschap, geen bloedcontroles nodig, PUVA dringt dieper in de huid dan UVB.
Wat is het verschil tussen UVB en PUVA fototherapie?
PUVA dringt dieper in de huid dan UVB en werkt sneller (4-8 weken) dan UVB (8-10 weken).
Wat zijn de nadelen van UVB/PUVA fototherapie?
Roodheid, jeuk, pijn, maaglast (PUVA), tijdrovend: bezoek aan dermatoloog 3x/w gedurende 6-12 weken, carcinogeen (SCC, BCC, maligne melanoom), veroudering van de huid, kan niet als onderhoudsbehandeling gebruikt worden, maximum dosis PUVA (1000-2000 J/cm2), UVB (300 sessies).
Wat zijn de systemische behandelingen voor ernstige psoriasis die niet meer topisch of met foto(chemo)therapie kan worden behandeld?
Retinoïden, methotrexaat, cyclosporine, biologicals.
Wat is acitretine (Neotigason ®)?
Acitretine is een retinoïde die in monotherapie wordt gebruikt voor pustulaire psoriasis en in combinatie met topische therapie, UVB of PUVA (Re-PUVA) voor chronische plaque psoriasis. Het heeft een regulerende invloed op differentiatie en proliferatie van keratinocyten en remt de activatie en migratie van PMN. Het is zeer werkzaam op pustulaire vormen van psoriasis.
Wat is het werkingsmechanisme van methotrexaat (MTX)?
Het is een foliumzuur antagonist.
Wat zijn de milde neveneffecten van methotrexaat (MTX)?
Droge huid en slijmvliezen.
Wat zijn de zwaardere neveneffecten van methotrexaat (MTX)?
Hyperostose, leverfunctiestoornissen, hyperlipidemie.
Wat is het gebruik van een eenmalige wekelijkse dosis van methotrexaat (MTX)?
Het wordt meestal gebruikt voor ernstige psoriasis die niet reageert op lokale therapie, foto(chemotherapie) of retinoïden.
Wat zijn de neveneffecten op lange termijn van methotrexaat (MTX)?
Leverfibrose of levercirrose.
Wat is het werkingsmechanisme van cyclosporine?
Het remt de activatie van T-lymfocyten en de productie van IL-2.
Wat zijn de neveneffecten van cyclosporine?
Nefrotoxiciteit (dosisafhankelijk en reversibel).
Voor welke periode wordt cyclosporine meestal gebruikt?
Voor perioden tot 12 maanden, afgewisseld met andere behandelingen.
Wat is de waarschuwing bij het gebruik van methotrexaat (MTX)?
Het is teratogeen en er moet absolute anticonceptie worden gebruikt tijdens en tot 2 jaar na het stoppen van de therapie.
Wat zijn de conventionele behandelingen voor milde tot matige gelokaliseerde psoriasis?
Lokale corticosteroïden, in monotherapie of combinatie (meestal vitamine D).
Wat zijn de conventionele behandelingen voor matig tot ernstige psoriasis die niet reageren op lokale therapie?
Smal l-spectrum UVB en PUVA.
Wat zijn de conventionele behandelingen voor ernstige psoriasis waarbij lokale therapie onvoldoende efficiënt is en foto(chemo)therapie gecontra-indiceerd of onvoldoende efficiënt is?
Acitretine, MTX en Cyclosporine.
Welke biologische therapieën zijn er voor psoriasis en wat zijn hun targets?
Etanercept, Infliximab en Adalimumab targeten TNF-α. Ustekinumab target IL-12 en IL-23. Secukinumab, Ixekizumab.